“Er was eens een vooraanstaande blanke advocaat in Zuid-Afrika. Hij heette Alan Nelson en was bezeten van wijn. Alan had dan ook één droom: om ooit een eigen wijndomein te bezitten om daar zijn eigen wijn te kunnen maken. Op middelbare leeftijd zag hij de kans van zijn leven, want vlakbij de stad Paarl, even boven het beroemde wijngebied Stellenbosch, werd een wijngaard te koop aangeboden die in geldnood was geraakt en er totaal verwaarloosd en overwoekerd bij lag. Deze wijngaard, die dateerde uit 1692, was heel bijzonder, want maar liefst zestien donkere Zuid-Afrikaanse families werkten daar dag en nacht op de landerijen. Alan Nelson had snel zijn plan gemaakt. Hij kocht in 1989 de dertig hectare wijngaard, maar onder één voorwaarde; dat alle zestien families op het wijngoed zouden blijven werken. Tenslotte had hij de steun van deze arbeiders hard nodig om van zijn nieuwe bezit, dat hij had omgedoopt in Nelson’s Creek Wine Estate, een succes te kunnen maken. Zittend onder een grote eikenboom belegde hij een bijeenkomst met de zestien families. Om zijn arbeiders te overtuigen om te blijven deed hij ze een voorstel. Als er binnen tien jaar geld zou worden verdiend, dan zouden ze allemaal goed beloond worden. De beloning bestond erin, dat de zestien families 1/3 van de wijngaarden, zo’n tien hectare, zouden gaan bezitten, waarop zij dan hun eigen wijn zouden kunnen maken. Dat was zeker niet tegen dovemansoren gezegd, want tenslotte kenden zij het land en de geheimen van het maken van wijn als geen ander. Ze gingen er dan ook keihard tegen aan. Oude wijnstokken werden verwijderd en nieuwe aangeplant. Alan investeerde in moderne apparatuur en in 1995 was het zover. De eerste prijzen vielen de Nelson’s Creek wijnen ten deel en daarmee was het voor Alan tijd om zijn belofte in te lossen. De zestien families kregen de eigendomsrechten over tien hectare land. Ze doopten hun wijngaarden zeer toepasselijk “New Beginnings” en vanaf 1998 maken ze nu zelf prachtige wijnen en leven nog lang en gelukkig.”

En zo begon het succesverhaal. wat nu verder gaat onder de bezielende leiding van Matteus Thabo, die uit de zestien families is gekozen als eerste zwarte wijnmaker van het wijngoed. Alhoewel Matteus zelf geen druppel alcohol drinkt, worden de wijnen toch stuk voor stuk en keer op keer door hem geproefd, maar nooit doorgeslikt. Voor de afdronk moet hij dan maar afgaan op de ervaringen en bevindingen van zijn compagnons. Sinds 1998 maken ze een rode wijn, gemaakt van de Pinotage. Zuid-Afrika is de bakermat van deze druif, dat een kruising is van de Pinot-Noir en de Hermitage-druif, beiden afkomstig uit Frankrijk. Daarnaast de co-operatie een witte wijn van de Chenin-blanc en sinds kort ook een prettige rosé. Alle smaken zijn in Nederland te koop. Op dit moment kan met de totale productie van zo’n 100.000 flessen per jaar zo’n 430 monden ruim gevoed worden. En dat is toch een hele prestatie en zeker een “mooi begin”.