De afgelopen winterse weken van 2002 stelden in Nederland niet zo veel voor. Een enkele dag met wat sneeuwvlokken en ook het natuurijs hield het maar 48 uur vol. Onze winter is eigenlijk een tweede herfst, waarin de eerste bloemen verrassend vroeg boven de grond springen. Voor de echte dikke pakken sneeuw en ijspegels aan de daken moeten we het toch ergens anders zoeken. Zo zijn ze in sommige gebieden van Duitsland, Oostenrijk en Canada zo zeker van deze weersomstandigheden dat ze zelfs een wijn produceren, die alleen met zeer extreme vorst gemaakt kan worden. Hij wordt dan ook zeer toepasselijk “Eiswijn” genoemd. Wat is er zo bijzonder aan deze wijn, die veel wijnboeren en boerinnen slapeloze nachten bezorgt. Het is een zoete wijn, die uniek is in de wereld om zijn waanzinnige smaak, gek genoeg vooral door het aanwezige zuur wat zo gebroederlijk naast het zoet in het glas ligt. Hierdoor doet de wijn bijna fris aan. De smaken van tropische vruchten en honing maken het uiteindelijk tot een perfecte compositie. Maar hoe krijg je een druif zover om uiteindelijk eiswijn te worden. Allereerst moet de wijnstok in een gebied staan met veel zomerzon, maar ook waar de winter vroeg intreedt. In deze wijngaarden blijven de druiven hangen om verder te rijpen. Als de weergoden meehelpen zullen ze niet verrotten en zal een hagelbui of hevige wind de oogst niet vernielen. Als ook de vogels de druiven niet voor de lunch gebruiken, dan hebben ze de kans om te wachten tot de winter echt begint en de wijngaarden met prachtige dassen van sneeuw bedekt. Maar het echte wachten is op een stevige nachtvorst.Op zijn vroegst vallen deze nachten in de maand november, maar veelvuldig wordt het geduld op de proef gesteld en hangen de druiven zelfs tot december en januari. Een paar graden vorst is namelijk niet voldoende, het moet tenminste min acht graden vriezen, waardoor de druif in een keer geheel bevriest. De wijnplukkers staan al dagen stand-by en hopelijk zijn ze voldoende uitgerust, want het zware en vooral koude werk zal gedaan moeten worden in de ideale omstandigheden voor de druif en dat zijn niet de meest plezierige omstandigheden voor de druivenplukker. Niet romantisch in de korte broek en t-shirt onder een warme zon, maar heel vroeg in de ochtend, wanneer het min tien graden vriest! Als dik ingepakte Michelin-mannen halen ze met blote handen de bevroren druiven van de wijntakken. Omdat suiker moeilijk bevriest zal de druif tijdens het persen alleen het hele zoete sap afstaan. De rest van de bevroren druif wordt niet gebruikt. Hierdoor zijn er dus veel meer druiven nodig om een flesje te vullen dan bij een ‘gewone’ oogst. Het is dus zeker niet een willekeurige zoetwijn, want zijn smaak in te intens om bij een ‘gewoon’ dessert te schenken. Denk eens aan gerechten met oosterse ingredienten zoals kerrie, koriander en gember of een mild scherpe indonesische maaltijd. Door de grote smaakcontrasten proef je de wijn en het eten optimaal.