‘ DE NEDERLANDSE HANDELSMENTALITEIT ZIT NOG STEEDS IN MIJN BLOED”

Emil den Durk (1948) is eigenaar van De Toren Private Cellar (Stellenbosch). Hij is geboren in Pretoria als tweede generatie Zuid-Afrikaanse Nederlanders. Komt na vele ambachten ongewild in de wijnwereld terecht, doordat hij wijngaarden aankoopt, die, puur bij toeval, de perfecte plek blijken te zijn voor de bekendste blauwe druiven uit Bordeaux. Al tien jaar staat De Toren garant voor twee bijzondere rode wijnen. Fusion V en De Toren Z.

Naam Estate : De Toren Private Cellar
Regio: Stellenbosch
Eigenaar: Emil en Sonette den Durk
Wijnmaker: Albie Koch
Eigendom sinds: 1991
Aantal hectares: 25 hectare, waarvan 2 ,4 hectare wijn.
Druiven: Cabernet sauvignon, merlot, petit verdot, malbec
cabernet franc
Productie: 80.000 flessen over twee labels
Fusion V: 40..000 flessen
Blend van de 5 bordeaux-druiven
De Toren Z: 40.000 flessen
(merlot 47% en cab. franc 29%,/ cs 10,/ 8 malbec/ 6 pv)
Import Nederland: Wijnkooperij De Lange – Oosterhout

Net op het moment dat de oogst binnen is, meld ik me bij het gezellige huis van Emil en Sonette den Dulk even buiten Stellenbosch. In de keuken is het een en al bedrijvigheid en alle medewerkers zijn in een uitgelaten stemming. Dik tevreden met de oogst 2010. “Alle druiven hebben we met handdoeken gedroogd. Monnikenwerk, maar het resultaat mag er zijn”, zegt Emil in gebroken Nederlands.” Ik val dus met mijn neus in de wijn en gedurende mijn aanwezigheid wordt de een na de andere mooie wijn geopend. “Vorig jaar hebben we ons 10-jarig bestaan goed gevierd, maar dat wil niet zeggen dat we stoppen met feesten.” We bewonderen het prachtige uitzicht vanuit de tuin. Een adembenemend decor van de False Bay met in de rug de beschermende Stellenbosch Mountains. “Ze zeggen hier: Als je vanuit de wijngaard de zee en de Tafelberg kan zien, dan bezit je een goede wijngaard. De zee koelt onze wijngaarden 4 graden kouder dan de wijngaarden in Paarl en 2 graden koeler dan in Stellenbosch”

Scheveningen begin jaren 1900.
De familie van den Dulk woont rond 1900 in Scheveningen, waar de kost wordt verdiend met de visserij. De inkomsten lopen achteruit en gezinshoofd Cor den Dulk besluit om Nederland vaarwel te zeggen en in Zuid-Afrika zijn geluk te beproeven. Drie van de zes kinderen gaan mee op het grote avontuur. In die tijd is zo’n reis nog een hele onderneming en ze zijn weken onderweg, vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Uiteindelijk vestigen ze zich in Pretoria, waar ze vrienden hebben wonen. Achteraf blijkt het landelijke Pretoria een vreemde keuze voor een man die zijn geld moet verdienen met de visindustrie. Een paar jaar later gaat de oude Cor den Dulk dan ook terug naar Nederland en laat zijn drie kinderen achter in Zuid-Afrika.

Een van de drie kinderen is Pieter, de vader van Emil, op het moment van emigratie nog maar zeven jaar oud. Pieter doorloopt diverse scholen in Pretoria en verlieft zich in de mooie Muriel Bellingan, een rasechte blanke Zuid-Afrikaanse uit Uitenhage, een stadje nabij de havenstad Port Elisabeth. Als Pieter dertig is trouwt hij zijn jeugdliefde. Ze krijgen drie kinderen waarvan Emil de middelste is.

Emil groeit op in Pretoria. Het merendeel van de familiebanden met Nederland waren inmiddels doorgesneden, maar alleen met de grote familiefeesten bezoeken ze Nederland. Emil ontmoet zijn vrouw Sonette in 1973 en gaan samenwonen in Johannesburg. Na enige jaren besluiten ze te gaan verhuizen naar de tweelingzuster van Sonette, die in Paarl woont. Vanuit de De Kaap blijft Emil wel elke week naar Johannesburg reizen om zijn bedrijf daar te kunnen blijven runnen.

In1991 doet zich een buitenkansje voor. Ze kunnen 7 hectare, volgeplakt met chardonnay, kopen, de toenmalige wijn-estate Uitzicht op de Polkadraai Hills. In 1993 koopt Emil 17 hectare Chenin Blanc en Cabernet Sauvignon van zijn buurman.

“GEEN HAAR OP MIJN HOOFD DIE ER AAN DACHT OM WIJN TE GAAN MAKEN”
“Het bijzondere was dat ik in die tijd de grond kocht als investering, vooral omdat de prijzen op dat moment zo laag waren. Ik wilde er graag een huis gaan bouwen. Geen haar op mijn hoofd die er toen aan dacht om wijn te gaan maken. Ik heb mijn vrouw Sonette gevraagd of ze het niet leuk vond om als zich als hobby een beetje met de druiven te bemoeien”.

Maar in de jaren negentig verandert er veel in de wijnindustrie in Zuid-Afrika. De vraag naar rode wijn wordt steeds groter.“Ik kwam er achter dat ik, volstrekt toevallig, een van de beste terroirs voor rode wijn had gekocht. Samen met de buren kochten we de hele buurt maar op om zo onze bijzondere lokatie veilig te stellen Ja, en toen moest ik er wel aan geloven. Ik moest wel wijnmaker worden!” Ik had ondertussen 25 hectare. Mijn wijnkennis strekte op dat niet verder dan: ‘er is lekkere wijn en slechte”. Dat was dus niet veel. Ik ben toen om me heen gaan kijken en stuitte op de streek Bordeaux, die al meer dan 300 jaar in staat was om hele mooie wijnen te maken. Waarom zou ik het wiel opnieuw uitvinden? “.

Emil vraagt samen met zijn buren advies aan de Universiteit van Stellenbosch om de bodem eens goed te laten onderzoeken. Meer dan 400 gaten worden gegraven. “Het leek wel een mollenveld. Daarna plantten we zo’n 20 verschillende klonen, om te kijken welke het meest geschikt waren. We hadden onder andere wel vijf verschillende cabernet sauvignon’s, vier verschillende merlot’s, twee verschillende petit verdot’s, malbec’s en cabernet franc’s en ook nog eens tien verschillende onderstokken”.

Uiteindelijk worden de wijngaarden beplant naar vrijwel het identieke percentage, dat in de Bordeaux wordt gehanteerd: 60% cabernet sauvignon, 15 % merlot, 15% cabernet franc en 3% petit verdot en 7 % malbec. Ook wordt er een speciale toren gebouwd (met Chateau Ausone uit St. Emilion in het achterhoofd)waarin een lift wordt geplaatst die de druiven met zwaartekracht verplaatst. De naam voor het wijndomein was een feit. Onze allereerste De Toren-wijn kwam in 1999 uit de vaten. Welliswaar gemaakt van alleen onze eigen cabernet sauvignon druiven. De andere druiven waren nog niet zo ver, dus werd de rest gekocht”.

Samen werken Emil en Sonette aan een juiste ‘behuizing’ voor hun wijn en ontwerpen het etiket – De Toren. “Gelukkig had ik vanaf het eerste uur een fantastische wijnmaker naast me staan, Albie Koch. Hij weet, dat als je goede wijn wilt maken je goede druiven nodig hebt. Hij zit het merendeel van de tijd in de wijngaarden. Albie belooft, dat mocht hij onverhoopt toch een slechte wijn maken, hij zich verplicht voelt hem zelf op te drinken. Een bewijs van toewijding, waar ik hem nooit aan zal houden, want mijn stelregel is, dat als je twijfelt aan de wijn je hem gewoon weg moet gooien.”

De allereerste internationale verkoopstap was natuurlijk naar Nederland. Op dat moment was de productie niet meer dan 1800 kistjes van 12 flessen. Het begin ging vrij moeizaam. Dat de wijn een blend was, deed zijn imago geen goeds, want tot op dat moment waren rode wijnen uit Zuid-Afrika voornamelijk gemaakt van 1 druivensoort. Maar toen wijnschrijver Parker de wijn zonder aarzelen 90 punten gaf was het hek van de dam. .”We hadden ongelofelijke veel geluk. Het was de juiste timing voor een blend, gemaakt op de juiste plek. De Toren was de allereerste blend van vijf druiven in Zuid-Afrika en daar zijn we best trots op “

‘ ALS IK TWIJFELT GOOI IK HET WEG’
“Nederland is na Amerika onze beste markt. En dat vind ik als halve Nederlander natuurlijk erg leuk. Mijn vader is geboren in Scheveningen in 1915 en heeft zeer bewust de verandering van Nederland naar Zuid-Afrika meegemaakt. Ik ben in Pretoria geboren, en maar gedeeltelijk Nederlands opgevoed. Daarom spreek ik de taal nog wel een beetje en voel me ook wel thuis in Nederland. Gek genoeg verblijft mijn vrouw, die pure Zuid-Afrikaanse wortels heeft, veel liever in Nederland dan ik. Ze is dol op haring, zoute drop en stroopwafels en ze vindt het super gezellig om bij iedereen op visite te gaan. Mij benauwd die kneuterigheid erg snel.Waar ik wel van houd is de marketing in Nederland. Als Nederlander heb je het voordeel dat je de kosten goed leert te beheren en ook de handel zit ons in het bloed. Ook ik merk mijn Nederlandse afkomst hierin erg goed. Dat heb ik waarschijnlijk van mijn vader. Die was ook zeer ondernemend. Hij begon bijvoorbeeld de allereerst drive-in bioscoop in Zuid-Afrika.

Dat ik in de wijn terecht zou komen had ik nooit kunnen dromen. Maar wijn is een prachtige uitvinding van de natuur en een perfecte manier om goedkoop van het leven te kunnen genieten. Sonette en ik hebben nu zelf drie kinderen, twee jongens en een meisje en ze zijn volledig Zuid-Afrikaans opgevoed. Ze wonen alle drie in De Kaap. Sonette en ik vinden het heerlijk dat ze dicht in de buurt wonen en dat we zo onze kleinkinderen kunnen zien opgroeien. Dit is ons moederland en dat zal altijd zo blijven. Maar als onze kinderen het land willen verlaten om elders hun geluk te beproeven dan zullen we te allen tijde dat avontuur steunen en aanmoedigen. Want dat avontuurlijk Nederlandse geef je via de genen door.