Eindelijk lente! Het nodigt meteen uit om buiten te leven, anders te eten en te drinken. In de maanden van miezerig en koud weer, ging mijn voorkeur vooral uit naar zwoele en ‘warme’ rode wijnen, maar de eerste zonnestralen doen me direct grijpen naar wit of rosé. Terwijl ik de fles open, denk ik aan al die andere wijnflessen die vandaag zullen worden geleegd. Nooit bij stil gestaan dat er per jaar in Nederland zo’n 325 miljoen wijnflessen worden ontkurkt, dat wil dus zeggen, gemiddeld een kleine miljoen flessen per dag ! Gelukkig is de glasbak geduldig, maar wat gebeurd er met al die miljoenen kurken. Nog steeds wordt het merendeel van de flessen afgesloten met een natuurlijke kurk, omdat het de beste eigenschappen bezit om een wijnfles mee af te sluiten, ook al veroorzaakt hij zo af en toe een muffe geur. Deze ‘kurksmaak’ is dodelijk voor de wijn en als je het ontdekt kunt je de fles dan ook maar beter direct boven de gootsteen houden, want de geur gaat er nooit meer uit.Toch is het niet eerlijk om de kurk altijd de schuld te geven, want het kan ook komen door een niet goed schoongemaakte fles, of door slechte hygiene tijdens het wijnmaken. Kortom, de kurk is niet altijd de boosdoener, maar vaak genoeg om nog serieuzer het probleem aan te pakken. Het gaat om een vluchtig chemisch bestanddeel (TCA genaamd) die zich kan nestelen in de kurk. Daarom worden ze nog intensiever gewassen, niet meer bewaard op houten pallets waarin de ‘vijand’ zich verschool en ze krijgen ook nog eens een zuurstofbad, waarin de laatste overgebleven ‘negatieve’ resten uit de kurk worden verwijderd. Eigenlijk kun je wel stellen dat de ‘kurksmaak’ nauwelijks meer veroorzaakt kan worden door goede kurken. Slechte, goedkopere kurken, krijgen deze speciale behandeling niet, dus daarbij is de kans op een ‘verkeerd’ flesje allicht groter. Toch zijn alle kurken, die we dagelijks achterloos in de vuilnisbak gooien, afkomstig van een bijzonder natuurlijk proces. Ze ontstaat uit de afgestorven cellen van de kurkeikschors. Zo’n kurkeik, die hoofdzakelijk in Portugal groeit, doet er vijfentwintig jaar over voordat zijn eerste schors geschild kan worden. Daarna pas weer om de negen jaar. Een langdurig proces, maar het levert een uniek produkt. Helaas…. kurk vergaat niet, ook al laat je het jaren liggen. Om deze kurk-afvalberg te verminderen heeft het Portugese kurkbedrijf Amorin, dat ook een vestiging in Nederland heeft, een campagne bedacht om de kurken te recyclen. Deze campagne gaat a.s. vrijdag 6 april van start. Gedurende een proefperiode, die duurt tot 31 juni, kunnen in alle vijfentwintig Gall&Gall winkels in en rondom Rotterdam, kurken worden ingeleverd. Amorin zal vervolgens de kurken recyclen tot kurkenvloeren. Als de test succesvol is, zal de inzameling in alle Gall&Gall winkels plaats vinden. Straks lopen we dus over een mozaiek van beroemde wijnhuiskurken, die hun namen in de kurkvloer hebben achtergelaten. Weer eens wat anders dan een kurken-onderzetter of een beroemd wijnkist-schildje aan de muur.