Voor de Kerstdagen in 2001 bracht ik een bezoek aan de Dordogne, in het Zuid-Westen van Frankrijk. Deze streek, vernoemd naar de rivier de Dordogne, die zo mooi door het gebied heen stroomt, is voor velen de vakantiebestemming bij uitstek door zijn prachtige natuur, de vriendelijke mensen en goede wijnen. Bovendien is het gastronomisch een walhalla, met zijn typische streekgerechten van truffel, confit de canard (gekonfijte eend) en foie gras (ganselever) die je daar in tientallen variaties op je bord krijgt.

Mijn ‘bedevaart’ is de hoodstad Bergerac, waar de meeste wijnen uit de Dordogne naar zijn vernoemd en waar het standbeeld van de beroemde schrijver Cyrano de Bergerac staat, de man die letterlijk een ‘grote’ neus had voor goede gerechten en bijzondere wijnen.

Eeuwen lang werden van hieruit de wijnen per boot over de rivier de Dordogne naar de stad Bordeaux verscheept, waar ze werden verhandelt aan de Engelsen en de Nederlanders. De roem van de Bergerac-wijnen, die in dezelfde stijl als de Bordeauxwijnen worden gemaakt, was toendertijd erg groot. Nog steeds drinken we veel wijnen uit de Dordogne, maar het is meestal de eenvoudige Bergerac rouge. De aangrenzende buren, de wijngebieden St. Emilion, Pomerol en natuurlijk de Bordeaux, hebben bij het brede publiek een grotere naam en faam, waardoor de Bergerac lange tijd voor kwaliteitswijnen overschaduwd werd.Maar er waait in de Dordogne bij het wijnmaken duidelijk een nieuwe wind. De traditionele ietwat rustieke, zware wijn is op zijn retour. De nieuwe stijl flatteert meer, is ronder en zwoeler en daardoor sneller te drinken. Rondom de stad Bergerac liggen tegenwoordig 13 (!) verschillende kwaliteits-wijngebieden die allemaal een eigen, door de wet beschermde, wijn mogen produceren (de zgn. “appellation contrôlée”-gebieden). De bekendsten zijn het rode wijngebied Pécharmant, de witte droge wijnen uit het Montravel-gebied en natuurlijk het gebied Monbazillac, waar de zoete witte wijnen vandaan komen.

Deze zoete wijn De Monbazillac, de beroemdste wijn van de Bergerac werd vroeger ook wel de armeluis-Sauternes genoemd, maar dat slaat nu helemaal nergens meer op.
wordt gemaakt van druiven die tot in oktober blijven hangen. In de koude ochtenden slaat de dauw, afkomstig van de rivier de Dordogne, neer op de druif, waardoor de zon de schil kan ‘perforeren’. Het water verdwijnt door de gaatjes naar buiten waardoor de druif indroogt en de schil rimpelt. Dit proces heet nobele rotting. Wat overblijft is een onoogelijke druif maar met een zeer zoet en geconcentreerd sap wat perfect past bij de ‘machtige’ foie gras van de gans. De gans is van oorsprong een trekvogel, die voor de grote overtocht voldoende vet moest bezitten. Natuurgetrouw eten ze hun buiken nog helemaal rond. Hierdoor krijgen ze die volle vette lever (foie gras). Ik heb mij de afgelopen dagen vaak een volgevreten gansje gevoeld en moet helaas direct ‘boeten’ voor deze overdaad, waneer broeken en rokken meteen een maatje te klein aanvoelen. Het beste is om maar niet teveel om te kijken en in volle vaart door te gaan naar Oud en Nieuw. Dus wens ik u een heel goed uiteinde en laat die vette oliebol even staan als u geniet van uw heerlijke glas ‘droge’ champagne. Tot in 2002 !